Tim Mastik: kunstenaar van extremen

Tim Mastik is een man van uitersten. Of het nu gaat om zijn extreme oog voor detail waarmee hij zijn kunst maakt of het fanatisme waarmee hij de klimsport beoefent, Tim gaat all-out. Als tiener begon hij als graffiti artist. Nu is hij de trotse eigenaar van een eigen studio in een oude school in Rotterdam-Noord. Met inkt en papier maakt hij er unieke kunstwerken die herkenbaar uit duizenden zijn. Kunstuitleen Rotterdam kocht er onlangs een paar aan voor de uitleencollectie – en dat is precies de reden waarom Patrick Kooiman onlangs op bezoek ging bij Tim.

Tekst: Patrick Kooiman (Interiorator)

Voor een kunstenaar van 32 jaar oud heb je een niet-alledaagse levensloop. Hoe zit het precies?
Als kind was ik óf snel afgeleid óf juist heel gefocust. Ik was behoorlijk, kun je wel zeggen. Mijn moeder was daarom al lang blij als ik lekker buiten aan het spelen was of heel rustig binnen zat te tekenen. Van mijn vader heb ik meer de praktische dingen geleerd. Daar heb ik nu als kunstenaar nog steeds veel aan. Hij was een goede lasser en maakte in zijn vrije tijd sculptuurachtige werken met metaal. Thuis staat nog steeds een mooi object van zijn hand. Het is bijna een miniatuur Richard Serra. Hij leerde me ook een mentaliteit aan van ‘gewoon doen’. Trial and error, zeg maar. Dat kwam deze week nog goed van pas toen ik een behoorlijke fout maakte. Het was echt even slikken.

Wat gebeurde er?
Ik maak grids met potlood op papier en vul deze met inkt. Ik was al een week bezig met een nieuwe variant waarbij ik met transparant tape meer dan duizend vlakken moest afplakken. Een tijdrovende klus waar je je hoofd bij moet houden, kun je je voorstellen. Omdat ik net te snel werkte, vergat ik één streep af te plakken waardoor mijn inkt twee keer over hetzelfde stuk ging. Ik heb nu de strakheid van het werk een beetje vertroebeld.

Moet je het nu weggooien?
Ik denk erover na om een nieuwe laag toe te voegen om mijn fout te verbergen. Zo krijgt het misschien een nieuw uitgangspunt.


Volgens mij is dit een perfect bruggetje naar een gebeurtenis die veel impact op je leven lijkt te hebben gehad. Voor de draad ermee!
Als puber met een liefde voor tekenen, raakte ik gefascineerd door de graffiti die ik op straat zag. Eerst ging ik in mijn eentje experimenteren. Dan ging ik taggen met stiften waarvan de inkt al met de eerste regenbui doorliep. Heel amateuristisch, maar ik leerde snel. Ik kwam in contact met mensen die het zich ook bezighielden met graffiti. En ik stak zelf ook wat mensen aan met mijn hobby.

Ik heb altijd het idee dat het bij graffiti niet alleen om de creativiteit gaat, maar ook om de adrenalinekick. Klopt dat een beetje?
Ja, al helemaal wanneer je treinen gaat spuiten of in de metro gaat schrijven terwijl er andere mensen in zitten. Ik weet niet of ik met heel veel trots terugkijk op dat taggen. Met spuitbussen een mooie piece zetten, vond ik dan weer wel leuk. Op huizen heb ik nooit graffiti gespoten. Maar een metro is van een bedrijf, daar had ik toen minder moeite mee. Ik ontwikkelde na een tijdje mijn eigen handtekening, het was toen al een vrij grafisch. Maar pas na mijn straf ging ik me echt met grafische vormgeving bezighouden.

Hoe ben je gesnapt?
Ik ging een keer overdag samen met wat vrienden een trein pakken bij het rangeerterrein van Rotterdam Centraal. Vaak ging dat goed omdat treinen naast elkaar worden neergezet om schoongemaakt te worden. Als je daartussen loopt, word je niet gezien. Maar één keer was dat helaas wel het geval.

En dan zit je ineens in de cel! Wat doet dat met je?
Natuurlijk is het vreemd om ineens in zo’n klein wachtcelletje aan het Doelwater te zitten. In het begin dacht ik nog, we hebben alleen maar wat graffiti gespoten. Ik mocht boeken uitzoeken en kreeg kleding van de bewaarder. Twee keer per dag werd er gelucht. Dan kreeg ik ook twee sigaretten. Dan stond ik daar op de binnenplaats en kon ik precies op de klok van het stadhuis kijken. Een paar oudere gevangenen vroegen me op de eerste dag wat ik had gedaan. We hebben graffiti gespoten, zei ik dan. Oh maar dan ben je morgen vrij, antwoordden ze. Maar op de derde dag vroegen ze me of ik niet wat anders had gedaan – want waarom zou ik anders nog steeds vast zitten? Achteraf bleek dat de politie een voorbeeld wilde stellen. Toen ik uiteindelijk na vier dagen werd vrijgelaten, was mijn moeder blij dat het gebeurd was. Pas nu snap je wat de gevolgen zijn, vond ze. En die gevolgen waren fors. Ik kreeg een taakstraf én een boete van een paar duizend euro. Voor een jongen van 17 is dat heel veel. Inmiddels is het 15 jaar geleden en wil ik er niet teveel meer bij stilstaan.

Wist je waar je na graffiti met je creativiteit naartoe moest?
In het begin niet. Ik bleef nog wel tekenen, maar stak meer energie in sport. Ik koos ervoor om naar het CIOS te gaan, een sportopleiding die behoorlijk zwaar is. Doordeweeks was het volop sporten, op zaterdag had ik een bijbaantje bij La Place en op zondag moest ik ook nog eens mijn taakstraf doen. Ik werd een jaar lang echt geleefd. Door het CIOS kwam ik gelukkig in aanraking met klimmen, een sport waar ik veel van houd. Nadat ik afstudeerde, ging ik in een klimhal werken en besloot ik om daarnaast een vervolgopleiding Communicatie en Multimedia Design te gaan volgen. Zo leerde ik niet alleen concepten te bedenken, maar ook visuele ontwerpen te maken. Van één docent, Jim Boekbinder, heb ik met name veel geleerd. Hij bereidde zijn lessen tot in de puntjes voor en verwachtte dat ook van zijn studenten. Voor de eerste opdracht gaf hij bewust de hele klas een twee. Als jullie denken dat dit voldoende is, zei hij, dan ga ik jullie laten zien dat je vijf keer zo hard moet werken. Hij heeft mijn mentaliteit echt aangedraaid. Mijn opleiding was bijna helemaal digitaal. Wat me daarin enorm frustreerde, is dat telkens wanneer ik een opdracht moest printen de kleuren altijd zo slecht waren. Gelukkig kwam ik via een vriendin – toevallig ook uit de klimwereld – in aanraking met zeefdrukken. Daarmee kon ik eindelijk de kleuren krijgen zoals ik ze altijd wilde. Omdat de studio van die vriendin direct boven Groos zat, kon ik de eerste zeefdruk die ik maakte gelijk in hun winkel verkopen.

Dat balletje ging wel heel snel rollen!
Nee, integendeel! Ik heb er juist snoeihard voor moeten werken. Naast mijn werk als grafisch vormgever, zocht ik iets voor mezelf. Iets waarmee ik uiting kon geven aan de dingen die ik niet in mijn werk kwijt kon. In het begin maakte ik af en toe een zeefdruk. Omdat ik echt kon genieten van het proces en het experiment, ging ik steeds meer tijd in de zeefdrukkerij doorbrengen. Dan was het ineens drie uur ’s nachts – en dat terwijl ik de volgende dag weer gewoon moest werken. Mijn werk ging zich ook ontwikkelen. Ik ging vaker abstract werk maken en meer experimenteren. Zo intuïtief werken was heel bevrijdend na een opleiding waarbij alles vanuit een concept moest. Mijn werk werd tijdens mijn studie zo overgerationaliseerd dat ik soms bij mezelf dacht dat ik niet meer aan het doen was wat ik eigenlijk wilde. Het is veel fijner om nu mijn eigen ding te doen.

Is wat je maakt ook kunst?
Het werk dat ik nu maak, vind ik veel meer kunst dan de dingen waarmee ik een paar jaar geleden begon. Na zeefdrukken heb ik andere methodes aangeleerd om inkt op papier te krijgen. Ik ben ook veel meer aandacht aan het materiaal gaan besteden, zoals inkt die ik zelf meng of speciale soorten papier. Maar ook met die nieuwe technieken en materialen heeft mijn werk nog altijd een bepaald ritme en een balans. Soms mag er ook wel disharmonie zijn, maar vormen patronen wel de basis.

Kunstuitleen Rotterdam heeft een paar van je werken aangekocht. Wat voor werken zijn het?
Voor één van de eerste werken die ik maakte nadat ik was gestopt met zeefdrukken, koos ik voor stempels van linosneden. Ik kwam erachter dat ik de structuur van de inkt op het papier veel interessanter vond dan de stempelafbeelding zelf. Daarom ben ik verder gegaan met het maken van grids van ‘blinde’ linosneden, dus zonder afbeelding. Eén daarvan is nu te leen bij Kunstuitleen Rotterdam. Een ander werk ontstond toen Groos me vroeg om samen met Jochem Rotteveel een duo-expositie te verzorgen. Jochem werkt met tape en dus dacht ik dat het interessant was om daar met en eigen werk met tape op aan te sluiten. Zo gaat dat vaak bij mij. Telkens wanneer ik een expositie heb, probeer ik mezelf met nieuw werk tot een hoger niveau te tillen.

Welke andere kunstenaars bewonder je?
Er zijn er genoeg, maar ik vind het moeilijk om er nu een paar uit te lichten. Wat ik vaak doe, is naar een museum gaan om echt de ervaring te vangen van één enkele kunstenaar. Dat is voor mij alsof er even maar één iemand aan het woord is en iedereen zijn mond moet houden en even heel goed moet luisteren. Dan pas begrijp je een werk – of misschien ook niet. Naar een museum gaan is een beetje een uit de hand gelopen hobby. Ik bepaal zelfs waar ik op vakantie aan de hand van de musea die ik wil bezoeken. Eén tentoonstelling die mij heeft geraakt was Bloemlezing van Ellsworth Kelly in Museum Voorlinden. Helemaal omdat hij Kelly vlak voor de opening overleed. Dat bracht een bepaalde melancholie met zich mee die me altijd bij zal blijven. Ik vind het daarnaast ook interessant om naar podcasts over kunstenaars te luisteren, zoals Kunst is lang. Sommige afleveringen heb ik wel vijf keer geluisterd, zonder persé het werk van de kunstenaar over wie het gaat te kennen. Uiteindelijk vind ik dat het bij kunst meer om de gedachtegang gaat dan om het visuele.

De werken van Tim Mastik zijn nog niet te zien in onze Catalogus. Vraag er naar in onze expo!

FacebookFacebook
instagraminstagram

Korte artikelen over kunstenaars uit onze collectie: