Thuis in techniek > collages > Sanne van Gent

Kunst maken is niet alleen een kwestie van inspiratie en ideeën. Ook de techniek bepaalt natuurlijk hoe geslaagd een werk uiteindelijk is. Om dat aspect eens verder uit te diepen, gaat Kunstuitleen Rotterdam dit voorjaar elke maand een andere techniekgroep in het zonnetje zetten. Hartstikke leuk natuurlijk, want met wat kennis over hoe kunst gemaakt wordt, is de drempel om zelf aan de slag te gaan hopelijk ook weer wat lager. De eerste expositie, die tot eind januari te zien is, gaat over collages en assemblages. Daarnaast kun je ook veel van dit soort werken lenen. Eén van de meest opvallende is van Sanne van Gent – en dus ging Patrick Kooiman in het kader van de reeks Thuis in techniek op de koffie bij deze bijzondere kunstenaar.

Tekst en foto’s: Patrick Kooiman (Interiorator)


Sanne, hoe ben je ooit begonnen met het maken van collages?
Dat is niet zomaar uit de lucht komen vallen! Je bent hier in de Hoeksche Waard, het eiland waar ik vandaan kom en waarnaar ik ben teruggekeerd nadat ik ben afgestudeerd aan de Willem de Kooning Academie. Rotterdam vond ik fantastisch, maar ik wilde terug naar mijn roots omdat ik de lucht en het landschap hier miste. De natuur is sowieso een belangrijk thema in mijn werk. Het gaat er dan specifiek om hoe je de natuur kunstmatig kunt maken, maar ook hoe je andersom kunstmatigheid er weer natuurlijk uit kunt laten zien. Dat ging destijds allemaal niet heel bewust, ik deed simpelweg wat ik interessant vond. Dan filmde ik bijvoorbeeld schimmels met gekke kleuren die groeiden op stenen direct aan de rivier. Ik maakte de schimmels vervolgens zelf na en legde ze over de echte schimmels heen.

Pas in het laatste jaar van mijn studie ging ik collages maken. Toen ik een keer thuis was, vond ik een boek uit mijn jeugd terug: De wonderen van de wereld van Walt Disney. Ik herinnerde me ineens dat ik de dieren in dat boek zadeltjes had gegeven, alsof ze onderdeel van een carrousel waren. Eigenlijk was ik toen al bezig met het aanpassen van de natuur. Ik raakte erdoor geïnspireerd en ging over bestaande afbeeldingen in boeken heen schilderen. Later ging dat verder en begon ik delen uit de boeken te knippen om er collages mee maken. Dat begon heel simpel, maar al snel werd alles steeds complexer. Mijn eindexamenwerk was een enorm landschap dat was opgebouwd uit een enorme hoeveelheid bestaande foto’s van landschappen van over de hele wereld. Dat zie pas als je er dicht op staat, van een afstand lijkt het één geheel.

Maar hoe kom je dan aan al die verschillende foto’s?
Ik vind ze met name in kringloopwinkels, vaak in verouderde landschapsboeken die toch niemand meer wil hebben. Maar ik kocht ook laatst een prachtig oud boek met alleen maar afbeeldingen van kandelaren. Geen idee wie daar nog in geïnteresseerd is, maar voor mij is het ideaal. Het maakt me niet uit of een boek gedateerd is. Sterker nog, ik vind het wel fijn. Vroeger was de drukkwaliteit veel beter en gebruikten ze prachtig dik papier.


Zo’n afbeelding uit een boek moet wel precies het juiste formaat hebben om aan te sluiten op de andere delen van een collage! Kwam je nooit in de verleiding om alles te scannen en dan stiekem een beetje aan te passen in Photoshop?
Nee, om de simpele reden dat ik dat destijds helemaal niet kon. Dat is al gelijk een praktische beperking. Nu zou ik dat wel kunnen, maar wil ik niet al mijn afbeeldingen in Photoshop tot één enkel werk maken. Dat wordt gewoon te plat. Als je dicht op mijn werk staat, wil ik dat je ziet dat alles door mensenhanden geknipt en geplakt is. Wat ik overigens wel doe, is tussendoor foto’s maken van de verschillende combinaties van beelden die ik maak. Zo kan ik kiezen uit verschillende versies voordat ik echt ga lijmen.


Hoe hebben je collages zich ontwikkeld in de loop van de jaren? 
Een tijdlang was ik er enorm op gebrand om al die bestaande afbeeldingen perfect op elkaar aan te laten sluiten. Daar ging zoveel tijd in zitten! Daarnaast vond ik het belangrijk om niet over het randje van kitsch te schieten. Ik merkte ook dat het maken van collages op een gegeven moment als een trucje ging voelen. Dan zit er geen ontwikkeling meer in en verliest het zijn kracht. Mijn latere collages zijn abstracter geworden. Dat levert een veel interessanter beeld op. Ik ging ook steeds meer eigen foto’s gebruiken in mijn werk.

Wat mij daarnaast heeft geholpen, is dat ik er een tijdje uit ben geweest. Ik kreeg een kind en ging lesgeven op een middelbare school. Ook heel dankbaar en inspirerend werk trouwens! Nu gebruik ik het maken van collages als een soort schetsproces. Zo ben ik nu vormen aan het uitknippen en combineren die schetsen vormen voor wat hopelijk ooit echte sculpturen worden. Het hoeft in dit stadium ook niet letterlijk zo te worden als op de collages. Er zitten bijvoorbeeld beelden van mensenhaar of van rook tussen. Dat is in het echt natuurlijk niet te realiseren, maar dat maakt in dit stadium niet uit. De thema’s in mijn werk blijven wel steeds dezelfde: hoe de mens sporen achterlaat in de natuur en alles naar zijn hand zet, maar ook andersom: hoe de natuur zich steeds aanpast of juist onveranderd blijft en het contrast dat dit oplevert.

Sanne van Gent, ‘Landscape II’, 2007, collage op papier, 70 x 116 cm, GNT001

Je werk is te leen bij Kunstuitleen Rotterdam. Wat kun je erover vertellen?
Eén van de werken heet ‘Landscape II’ en het is één van mijn universumwerken, een op zichzelf staande wereld die aan de ene kant is verbonden met de onze, maar aan de andere kant ook science fiction is. Het bestaat uit afbeeldingen uit verschillende boeken, maar de lucht erboven is een enorm uitvergrote kopie van een foto van de lucht. Als je goed kijkt, zie je het levendige van de printer erin. Ik zei vroeger vaak bij de copyshop, het moet niet te mooi worden hoor! Juist wanneer de inkt bijna op is, krijgt een print iets eigens. Niet alles moet perfect zijn, anders wordt het zo hetzelfde.

FacebookFacebook
instagraminstagram

Korte artikelen over kunstenaars uit onze collectie: