Foto’s. We maken ze allemaal, soms wel dagelijks. Maar denk jij weleens écht na over de beelden die je maakt? Beeldend kunstenaar Risk Hazekamp daagt niet alleen jou en mij uit om eens stil te staan bij deze vraag. Als docent en analoog fotograaf plaatst Risk zichzelf regelmatig terug in de rol van student om zo op een onbevangen manier te onderzoeken. Het meest grensverleggende project van de afgelopen jaren, Unlearning Photography, is een prachtig fotografisch onderzoek naar de rol die cyanobacteriën en fotosynthese kunnen spelen in de analoge fotografie.
Tekst: Patrick Kooiman (Interiorator)
Ik ben toch wel heel benieuwd waarom je als analoog fotograaf onderzoek bent gaan doen naar cyanobacteriën!
Die stap kwam voort uit een groeiend ongemak met het medium fotografie. Ik werd me steeds bewuster van wat het inhoudt om analoog te fotograferen. Wanneer je voor de zoveelste keer jerrycans met chemisch afval naar het milieupark brengt, vraag je je toch weleens af: oei, is dit nu wel de manier waarop ik dit wil doen? Daarnaast voelde ik me steeds ongemakkelijker bij hoe normbepalend fotografie kan zijn. Het fotografische beeld bepaalt enorm hoe we kijken naar alles om ons heen. De manier waarop we ‘de ander’ waarnemen wordt mede bepaald door allerlei sociale en culturele constructies die we beeldend communiceren via foto’s. Je ziet dat tegenwoordig op social media, maar het is ook breed ingezet in historische contexten. Ik plaats vraagtekens bij hoe mensen worden neergezet en hoe mensen zichzelf tonen op foto’s. We zouden beter na kunnen denken over wat het betekent om een foto te maken. Kan je überhaupt een foto maken zonder normbevestigend bezig te zijn? In mijn werk ging het jarenlang over gender issues. Maar op het moment dat je die wilt belichten, zit je al gevangen in het binaire systeem. Je kunt niet anders dan het over mannelijkheid en vrouwelijkheid hebben en daarmee bevestig je datgene wat je probeert te ontkrachten. Om al dit ongemak met fotografie bespreekbaar te maken, had ik een veel radicalere stap nodig dan het te integreren in mijn bestaande manier van werken. Zo kwam ik op de vraag wat er zou gebeuren als ik niet met traditionele chemische materialen ging fotograferen maar met levende organismen. Op die manier kan ik zowel het toxische karakter als ook het categoriserende karakter van de analoge fotografie aankaarten. Door levende foto’s te maken kan ik ook uit handen geven wat er uiteindelijk getoond wordt. Niet ik, de menselijke maker, maar het organisme bepaalt het beeld. Nu denken we nog vaak bij een foto: ik ben de maker, ik wil precies laten zien wat ik denk, maar daardoor blijven we wellicht altijd op een bepaalde manier normbevestigend bezig. Wat zou er gebeuren als we voorbij het menselijke perspectief zou kunnen stappen?
Maar ben je dan nog wel aan het communiceren als je de boodschap aan het lot overlaat en organismen het resultaat van een foto laat bepalen?
We communiceren dan nog steeds, alleen begrijpen wij mensen dat wellicht niet meer. Het is een taal die ons niet eigen is. Of een taal die ons eigen was, maar inmiddels zijn we het vermogen daartoe verloren. Cyanobacteriën zijn de organismen die door middel van fotosynthese lang geleden onze atmosfeer zuurstofhoudend hebben gemaakt. Zij hebben daardoor enorm veel kennis over het leven. En daar kunnen wij van leren. Het is daarbij voor mij trouwens belangrijk om die organismen niet te behandelen als de zoveelste natuurlijke bron die we kunnen exploiteren. We moeten ons niet afvragen wat we er allemaal mee kunnen doen of wat we eruit kunnen halen. Het is natuurlijk geweldig dat we er biobrandstoffen en bioplastics mee kunnen maken, maar dat functionele aspect is voor mij minder interessant. Het gaat mij er niet om organismen zo productief mogelijk te maken om ze erna af te voeren of te recyclen. In laboratoria zie nauwelijks oude organismen, maar hier in mijn atelier zorg ik inmiddels al een paar jaar voor ‘oude culturen’. Dan worden ze zwak en denken mensen: oh, die leven niet meer, maar wat ze bedoelen is dat ze niet meer productief zijn.
Hoe kom je als beeldend kunstenaar eigenlijk aan cyanobacteriën?
Door mijn onderzoek ben in contact gekomen met Photanol, een start-up in Amsterdam die bioplastics maakt met cyanobacteriën. Ik heb een buisje cyanobacteriën in mijn zorg gekregen en heb met hen een ‘more-than-human’ collectief gevormd in mijn studio. Wat in het begin vooral veel observeren en leren inhield: Hoe zien ze eruit? Wat gebeurt er als ik ze verplaats? Op welke manier vlokken ze samen?
Om dit proces nadien aan anderen te laten zien heb je wel weer traditionele fotografie nodig. Is dat niet tegenstrijdig?
Dat is het ook! Het documenteren ervan staat absoluut haaks op het hele concept. Wat ik probeer is voorbij te gaan aan het reproduceren van een beeld. Mijn streven is het juist om de cyanobacteriën zelf een beeld te laten creëren. Laatst zei iemand tegen me: als je het over fotografie wilt hebben, hoef je niet per se een foto te maken. Dat kan ook met andere media of in andere vormen. Ik vond dat in zijn simpelheid zo’n prachtige uitspraak. Ik vind het ook een steeds interessanter vraagstuk: hoe kan ik fotograferen zonder een foto te maken?
Maar wat is dan uiteindelijk de definitie van een foto?
Daar ga ik geen antwoord op geven. De vraag moet blijven bestaan omdat het antwoord moet blijven veranderen. Probeer het niet te pakken, want dan gaat het mis. Het is veel interessanter om de complexiteit van de dingen te omarmen. Dat is een fundament waarop ik sta.
Kunstuitleen Rotterdam heeft meerdere werken van je in de uitleencollectie. Wat kun je erover vertellen?
De werken bij de Kunstuitleen zijn oudere werken van me. Tell The Girls I’m Back In Town is een foto die in de Amerikaanse buitenlucht lijkt te zijn gemaakt, maar toch in een studio in Rotterdam-West tot stand kwam. Ik heb in de studio een dia geprojecteerd, waarbij het leek alsof ik in een groots landschap stond. Wat me destijds irriteerde, was dat we als mensen alles maar visueel willen ordenen en vervolgens aannemen dat we begrijpen wat we zien. Terwijl het vaak veel logischer zou zijn om vragen te stellen over wat je ziet. Dat is ook zo met mijn eigen trans-identiteit. Vraag er naar en dan probeer ik het uit te leggen voor zover ik dat kan. Bij een ander werk in de collectie, Caballero, bevind ik me wel degelijk op locatie vlakbij Monument Valley in New Mexico. Ik had daar een oude ansichtkaart bij me, die ik in de foto vasthoud in mijn hand. Zo ontstond er een soort loop in de tijd. Hoe jij de tijd ervaart, is gerelateerd aan je eigen lichaam. Locatie en tijd ervaren we subjectief, we zien vanuit ons éne kleine perspectiefje de wereld om ons heen. Dat merk je bijvoorbeeld al wanneer je in gesprek bent met iemand uit een andere generatie. In de foto ligt ook een pakje Caballero-sigaretten. Die rookte mijn vader altijd. Na zijn overlijden in 2001 heb ik een slof van zijn sigaretten bewaard. Het logo van Caballero past ook weer perfect in het landschap. Het was op dat moment mijn waarheid, één van de vele miljarden waarheden die op onze wereld leven.
Wat vind je ervan dat iedereen de laatste jaren fotografeert? Is een foto nog wel wat waard als er zoveel zijn?
Ja zeker, kwantiteit en kwaliteit staan niet altijd causaal met elkaar in verband, zeker niet bij digitale fotografie. Dat iedereen communiceert met foto’s neemt niks weg van fotografie als medium binnen de kunst. Iedereen mag ook tekeningen maken, dat is toch prima? Ik denk dat het juist goed is om jonge mensen te leren met beeld te communiceren. Want waarom zou je dat op school niet leren net als taal- en rekenles?
Wat maakt analoge fotografie voor jou zo interessant?
In tegenstelling tot wat sommige andere fotografen beweren, vind ik dat analoog foto’s maken en afdrukken helemaal niet zo ingewikkeld is. Je kunt het overal doen, ik heb bijvoorbeeld in hotels de badkamer omgebouwd tot doka. Iedereen doet net alsof het een magisch procédé is. Ik zou zeggen, ga vooral lekker experimenteren en leer wat je eruit wilt halen. Ik ben altijd ontzettend jaloers op studenten die voor het eerst een doka in gaan. Dat is precies de houding die ik ook wil hebben. Het niet-weten, die verwondering… dat is toch het mooiste wat er is?
Lees hier meer over het onderzoeksproject ‘Unlearning Photography’ van Risk Hazekamp aan het Centre of Applied Research for Art, Design and Technology van de Avans University of Applied Sciences.