Thuis in techniek > de tekening

Onze collectie bestaat uit ruim 8000 kunstwerken. Je kan de beschikbare kunstwerken op onze online catalogus en in de expo bekijken. Elke maand lichten we hier een techniekgroep uit om wat meer verdieping aan het kunstkijken toe te voegen. Deze keer bekijken we de tekening.

Willem Stoop, ‘Schemering’, 1983, 94 x 125 cm, €10,- p/m, 1J8059

Het mooie van tekenen is dat je er qua tools erg weinig voor nodig hebt: potlood en papier. Of nog basaler, enkel wat stenen om mee te kerven. Een zigzag patroon op een schelp gekerfd, is één van de oudste kunstwerk bekend. Het dateert van rond de half miljoen jaar geleden en werd in 1891 op Java gevonden. Een ander voorbeeld van vroege tekeningen zijn rotstekeningen. Op deze wijze werd de tekening tienduizenden jaren geleden al gebruikt als communicatiemiddel, zelfs lang voordat taal zich ontwikkelde. Het laat zien dat in de mens de drang tot zelf expressie niet te stuiten is en dat alles wat voorhanden is hier voor ingezet kan worden.

Muren vol tekeningen in de expo ruimte

De meest gangbare materialen waar mee getekend kan worden zijn potlood, houtskool, (pastel)krijt, stift en inkt. De meest voorkomende drager is papier. De verschillende soorten materialen die gebruikt worden om te tekenen, laten zich qua stijl niet makkelijk in een hokje stoppen. Zo kan met houtskool zeer los en grof geschetst worden, maar kan er met dit materiaal ook verrassend gedetailleerd een onderwerp neergezet worden. Inkttekeningen kunnen grafisch en strak zijn, of juist dromerig en schetsmatig. Een kader komt tot leven door middel van arceren, of het invullen met verschillende grootte stippen. Soms is wat er niet getekend is even belangrijk als wat er wel getekend is. Dit wordt negatieve ruimte genoemd: een leeg vlak in een tekening (of ander kunstwerk) dat dient als ademruimte of juist als contrast voor het afgebeelde onderwerp.

Noni Lichtveld, ‘Anansi’, 1993, 48 x 58 cm, €6,- p/m, H5P004

Hoe wel de tekening als expressief middel al gigantisch oud is, werd het in de kunstwereld pas serieus genomen als opzichzelfstaand medium aan het einde van de vijftiende eeuw. Tot deze tijd werd de tekening vooral ingezet als basis – een voorschets – voor een kunstwerk in een ander medium, zoals een schilderij, mozaïek of wandkleed. De ontwikkeling en opkomende populariteit van het tekenen als kunstvorm in de vijftiende eeuw, is een gevolg van het breed beschikbaar worden van papier. In die tijd waren het vooral portretten en landschappen die getekend werden, later kwamen daar stillevens, figuurvoorstellingen en fantasiescene’s bij. De tekening was eeuwenlang ook uitermate in trek voor illustratieve doeleinden, tot de fotografie deze rol grotendeels overnam in de negentiende eeuw.
Klassiekers uit de kunstwereld die graag tekende zijn bijvoorbeeld Leonardo da Vinci (1452-1519), Peter Paul Rubens (1577-1640), Edgar Degas (1834-1917) en Alphonse Mucha (1860-1939) . Aan het begin van twintigste eeuw trok het modernisme de tekening naar het heden en werd deze abstracter en grilliger in bijvoorbeeld het oeuvre van Egon Schiele (1890-1918), Paul Klee (1879-1940) en Pablo Picasso (1881-1973). Iets recenter hebben kunstenaars zoals Sol LeWitt (1928-2007) en Mel Bochner (1940) furore gemaakt met hun conceptuele benadering van de tekening. De mogelijkheid tot vrije expressie door middel van tekenen blijkt door de eeuwen heen, tot aan nu toe, niet aflatend.

Alexandra Roozen, ‘Zonder Titel’, 2007, 74 x 96 cm, €16,- p/m, WX7001

> Een greep uit de kunstenaars van de kunstuitleen collectie die tekeningen maken

Jan Börger (1929), Vanessa Jane Phaff (1965), Burgert Koonijnendijk (1947), Hélène Zielstra (1941), Henk de Looper (1931-1998), Jeanet Vermeer (1967), Otto Egberts (1949-2019), Matthijs Waardenburg (1963), Ewoud van Rijn (1967), Alexandra Roozen (1971), Joop van ‘t Hoenderdaal (1948), Catharina Bagijn (1941), Arno van Iperen (1942), Yvonne van de Griendt (1964), Harold Linker (1969), Kees Spermon (1941-1996), Anuli Croon (1964), Mathieu Ficheroux (1926-2003),  Ad Kikkert (1914-1995), Cora van Vliet (1955-2006), Frans Verschoor (1956), Willem Stoop (1951), Jan Grosfeld (1956), Noni Lichtveld (1929-2017), Loréne Bourguignon (1957), Jeanne Rombouts (1954), Cai Li (1943).

> Waar nog meer te vinden

Het Prentenkabinet van de Universiteit Leiden herbergt circa 12.000 tekeningen van Nederlandse oorsprong, daterend van 1500 tot nu. De collectie wordt via hun website ontsloten.

Internationaal bekeken heeft het Metropolitan Museum of Art in New York City een grote collectie van tekeningen (zo’n 21.000 stuks), die hun oorsprong vinden in Europa en Amerika, daterend van 1400 tot nu. Ook deze collectie wordt digitaal ontsloten via de website van het museum.

FacebookFacebook
instagraminstagram

Korte artikelen over kunstenaars uit onze collectie: