Opleiding: Den Haag, Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, 1976-1978; Haarlem, Ateliers ’63, 1979-1981.
Philip Akkerman (1957) begon in de jaren ’80, in een tijd dat de schilderkunst door velen voor dood werd verklaard, met het schilderen van zelfportretten. In zijn openingswoord voor een tentoonstelling in 2011 in de kunsthal, getiteld ‘Akkermania’ legt hij uit hoe hij daartoe is gekomen. Hij had gewoon veel zin om te schilderen en hij haakt met zijn zelfportretten aan bij een traditie die ontstond aan het einde van de Middeleeuwen en het begin van de Renaissance. Een zelfportret getuigt van zelfbewustzijn maar aan de andere kant is de kunstenaar ook zijn eigen, gratis en altijd beschikbaar, model. Zijn zelfportretten (zijn enige onderwerp!) zijn in alle mogelijke stijlen en variaties geschilderd.