Opruimen, weggooien, klussen in huis…het zijn maar enkele voorbeelden van wat we de afgelopen maanden in en om huis hebben gedaan om al die extra Corona-tijd zo nuttig mogelijk te besteden. Ook kunstenaars die ooit werk verkochten aan Kunstuitleen Rotterdam, hebben niet stilgezeten. Zo restaureerden ze onlangs met liefde en toewijding enkele stukken die nog altijd in de uitleencollectie zitten. De restauratie bracht veel herinneringen naar boven en leidde soms zelfs tot vernieuwd werk. In deze editie van Work Art | Play Art vraagt Patrick Kooiman hoe alles in zijn werk ging.
Tekst: Patrick Kooiman (Interiorator)
“We kijken wel, maar zien niet.”
Links: Stiltegebied, rechts: Eric Jan van de Geer
Eric Jan van de Geer nam zijn werk Stiltegebied uit 2004 eens goed onder handen. “Het uitgangspunt in mijn werk is altijd een foto. Ik weet nog precies waar ik destijds van Stiltegebied de foto maakte, ook al ga ik het je nu niet zeggen. Het doet er niet toe. Ik wil je juist uitdagen opnieuw te kijken naar de dingen om je heen. Of dat je je vragen gaat stellen over de simpele dingen in je omgeving waar je normaal gesproken geen aandacht aan besteed. We kijken wel, maar we het zien niet. Dat is wat ik wil meegeven aan de volgende lener van mijn werk. Je moet het werk trouwens wel in het echt zien, op een scherm van een computer of een telefoon zie je niet hoe gelaagd het is. Stiltegebied is een grote lichtbak van 1.40 breed waar niet alleen de oorspronkelijke foto in zit, maar ook gezeefdrukte lagen op transparante sheets. Ik heb er een paar van gerestaureerd en ik heb twee van de lampen vervangen. In de tijd dat ik het werk maakte, had het onderwerp nog vaak betrekking op mijn eigen leven of mijn ervaring van een bepaalde plek. Tegenwoordig start ik juist met een foto die zo betekenisloos mogelijk is. Dat is een hele uitdaging, want hoe vind je onderwerpen die ontdaan zijn van betekenis maar waar je als kunstenaar nog wel wat mee kunt doen? Op dit moment ben ik bezig met goudkleurige verpakkingen van chocolaatjes. Ik heb ze jarenlang gespaard, eigenlijk zonder te weten wat ik ermee moest. Mijn plan is om de foto die ik ervan maakte, te tekenen met aquarelpotlood. Als je nu al wat van mijn werk wil zien, dan raad ik je aan eens naar Charlois te gaan. Daar heb ik voor Charlois Speciaal twee reclamezuilen met mijn werk beplakt.”
“Je verwonderen met kleur.”
Links: Zonder Titel, rechts: Ditty Ketting
Kleuren in strenge aandoende blokken – of vroeger ook verticale strepen. Dat typeert het unieke werk van kunstenaar Ditty Ketting. “Ik laat graag zien wat kleuren in combinatie met elkaar doen en hoe ze samen een ruimtelijk effect creëren. Toen Kunstuitleen Rotterdam mij een werk uit 1996 terug gaf om te restaureren, was ik eerlijk gezegd een beetje verbaasd. Het leek wel of ik een voor mij onbekend kleurenpalet had gebruikt. Het was veel terughoudender dan hoe mijn werk van nu eruit ziet. En dat terwijl ik laatst een ander werk van mezelf uit de jaren ‘80 terug vond dat er nog net zo fris uitzag als de dag waarop ik het maakte. Dus ik dacht, ik kan het nu wel restaureren, maar dat gaat onmogelijk in de vale kleuren die het werk heeft. Daarom heb ik toestemming gevraagd om het werk over te schilderen in het palet dat ik nu gebruik. Ik vond het heel fijn om te doen, het werk is nu veel levendiger. En dat is precies wat ik de kijker wil meegeven: je verwonderen over kleur en je laten zien hoe in de loop van de dag het licht alles in mijn werk verandert. Ik noemde mijn vroegere werk daarom weleens regenboogdoekjes. Rond het jaar 2000 is mijn werk radicaal veranderd. Ik ben toen ook horizontale lijnen gaan gebruiken. Dat geeft een heel ander beeld. Nu werk ik in vierkante vormen waarvan de kleuren in een golfbeweging in elkaar over gaan. Mocht je de komende tijd in Londen zijn, dan kun je mijn werk zien bij de Rocket Gallery. En in september doe ik bij Galerie Ursula Walter in Dresden mee aan een gezamenlijke tentoonstelling van Duitse en Nederlandse kunstenaars. Gelukkig ligt dus niet alles stil!”
“Ik maak je nieuwsgierig, maar geef je ook een dreun om de oren.”
Links: Hundchen, rechts: Mariette van der Ven
Als je onlangs bij Kunstuitleen Rotterdam was, heb je één specifiek werk van beeldhouwer Mariëtte van der Ven ongetwijfeld in de etalage zien staan: een zwart beeld van een meisje dat op de grond zit en uitdagend haar tong naar je uitsteekt. “Ik wil dat mijn werk betekenis krijgt door een houding of een bepaalde uitdrukking. Dat heb ik mezelf eigen moeten maken omdat klassiek portret- en modelboetseren geen onderdeel was van de beeldhouwopleiding die ik volgde. Oorspronkelijk maakte ik mensfiguren uit chamotteklei, een zachte klei die ik met glazuur afwerkte. Omdat die enorme glanslaag voor mijn gevoel teveel afstand gaf, ben ik overgestapt op porseleinklei. Dat ziet eruit als marmer en is al mooi van zichzelf. Nu moet ik wel zeggen dat het beeld van Kunstuitleen Rotterdam heel oneerbiedig met zwarte lak heb overspoten. Van de porseleinklei zie je dus weinig, maar het is wel een beeld dat veel mensen bijblijft. Het meisje kijkt je ook zo provocerend aan. Met mijn werk maak ik je nieuwsgierig, maar geef ik je ook een dreun om de oren: kijk nou eens goed wat er aan de hand is! Dat bereik je alleen door iets te maken waar mensen graag naar kijken. Voor de restauratie heb ik het hele beeld uit elkaar gehaald. Alles is opnieuw gespoten en bevestigd. Ook naaide ik een nieuw pakje. Destijds gebruikte ik zo’n pakje zodat ik losse koppen, handen en voeten tot een groter werk kon combineren. Tegenwoordig maak ik alles uit klei. Door de Corona-crisis ben ik engelen gaan maken. Ze drongen zich op aan me. Ook experimenteer ik met andere kleisoorten. In alle opzichten is het dus een spannende tijd. Ik hoop dat in oktober de Kunstrai alsnog doorgaat. Daar sta ik met Galerie Project 2.0. En anders kun je vanaf september bij Galerie DNK in Dorst ook nieuw werk van mijn hand zien.”
“Ik vind het leuk mijn werk naar de mensen toe te brengen.”
Voor Olaf Mooij voelde het heel vertrouwd om zijn Hersenslang uit 1984 weer onder handen te nemen. “Ik wist nog precies hoe ik het gemaakt had – ook al maak ik tegenwoordig totaal ander werk. Hersenslang is bijna drie meter lang. Voor de restauratie kon je het eigenlijk alleen op de grond leggen. Maar nu ik er een ophangsysteem aan heb toegevoegd, is het ook heel geschikt voor bijvoorbeeld een muur in een trappenhuis. Het werk komt uit een tijd waarin ik veel wapenachtige objecten maakte. Eén ervan is een dolk met met lagen glas. Ook die kun je lenen bij Kunstuitleen Rotterdam. Mijn werk draaide om goed en slecht, denk maar aan de slang die Adam en Eva verleidde. Ik werkte ook veel met organische vormen in de tijd. Maar op een gegeven moment zag ik dat niet meer zitten en ging ik abstracter werken en stapels maken. Een mooi voorbeeld is het werk met de twee gestapelde badkuipen, dat zit trouwens ook nog altijd in de uitleencollectie. In dezelfde tijd begon ik mijn werk op aanhangwagens in de open ruimte te zetten. Ik vind het leuk om mijn werk naar de mensen toe te brengen. Dan reed ik met een aanhanger met stapel emmers en wasmanden die ik had gemaakt over de snelweg en had ik meer bekijks dan eenmaal aangekomen in een galerie. Toen ik mijn werk later een keer op het dak van mijn auto vervoerde, kwam ik op een heel ander idee. Ik ging auto’s verbouwen tot kunstwerken. Zo maakte ik verschillende modellen met gigantische luidsprekers aan de achterkant. Die soundauto’s deden het heel goed op Lowlands. Dit jaar zitten er geen festivals in, maar het zal ooit wel weer op gang komen. Nieuw werk van mijn hand kun je binnenkort zien bij De Molens in Schiedam. Er komt een groot keverei dat ligt in een nest gemaakt van motorkappen van Kevers. Dat moet je dus komen zien!”
“In mijn werk kun je je jarenlang verliezen.”
Links: Splash, rechts: Geert Mul (foto: Koos Breukel)
Geert Mul staat tegenwoordig bekend als een succesvol media-kunstenaar. In 2003 maakte hij Splash, een bijzondere print die Kunstuitleen Rotterdam met liefde in de uitleencollectie opnam. “Splash was zijn tijd ver vooruit. Het is een digitaal kunstwerk dat bestaat uit honderdduizenden willekeurige afbeeldingen die ik met behulp van een zelf ontwikkeld algoritme rangschikte op kleur. Een filmmaker bedenkt eerst het verhaal en gaat daar dan de beelden bij maken en in een bepaalde volgorde rangschikken. Maar ik benader het precies andersom. Ik experimenteer met verschillende combinaties en rangschikkingen van beelden. De inhoud die daaruit ontstaat, is dan een verrassing. Als je Splash in huis haalt, dan wil ik graag dat je er op verschillende manieren naar kunt kijken. Omdat je daar aandacht voor nodig hebt, dwingt het een bepaalde rust af. Van een afstand is één groot beeld, Maar wanneer je dichtbij staat, zie je allemaal kleine beelden die zijn gerangschikt op structuur, contrast en kleur. Al die losse beelden hebben hun eigen betekenis en afkomst. In mijn werk kun je je jarenlang verliezen. Het Kröller Müller Museum heeft onlangs een werk van me aangekocht. Je kunt het vanaf oktober in een nieuwe tentoonstelling gaan bekijken.”