Met hun handbeschilderde behang veroveren Snijder&Co op dit moment heel Nederland. En niet voor niks! Want Marcelo Gimenes en zijn partner Jaap Snijder beoefenen hun ambacht met liefde en aandacht voor elk detail. Iets waar de heren ook heel goed in zijn, is praten. Heel veel praten. Daar kwam Patrick Kooiman achter, toen hij speciaal voor Work Art | Play Art langs ging in hun waanzinnig mooie nieuwe studio in een oud schoolgebouw in het Liskwartier. Wat een praatje moest zijn van – pak ‘m beet – een half uurtje, werd een heerlijk gesprek van meer dan twee uur over alles wat Jaap en Marcelo bezighoudt.
Tekst: Patrick Kooiman (Interiorator)
Wil jij Snijder&Co ontmoeten? Dat kan! Op zondag 30 september vertellen Jaap en Marcelo meer over hun werk bij de Kunstnijverheid Salon. Je kunt er ook één van hun werken bewonderen én een reproductie bestellen.
Wat een heerlijke ruimte hebben jullie hier zeg!
Marcelo: “Het feit dat we hier zitten, heeft ook een praktische reden. Voor sommige opdrachtgevers beschilderen we behang dat soms wel vijf meter hoog is. Alleen hier in een oud klaslokaal aan de Koningsveldestraat hebben we genoeg ruimte en kunnen we staan of zitten hoe we willen.”
Jullie beschilderen behang met de hand. Wat maakt dat je niet rechtstreeks op de muur schildert?Jaap: “Op locatie schilderen werkt niet lekker. Dat hebben we ooit aan den lijve ondervonden. Net als we lekker geconcentreerd bezig waren, liep er een kat langs of kwam de eigenaar van het huis vragen of we nog koffie wilden. Hier hebben we volledige focus op ons werk. En dat is ook wel nodig, want er zitten heel veel uren in één paneel. Daarnaast vinden we die naden van het behang juist heel fijn om te zien.”
Hoe gaan jullie te werk?
Jaap: “Natuurlijk gaan we eerst de ruimte bekijken en in gesprek met de opdrachtgever. Dat zal ongetwijfeld niet anders zijn dan toen ons ambacht in de 17eeeuw ontstond. Het is een echt Nederlands fenomeen dat ontstond toen mensen erachter kwamen dat handbeschilderd behang een veel goedkopere en leuke oplossing was dan al dure wandkleden. Bovendien blijkt uit onderzoek dat er tegen het einde van de Gouden Eeuw een dip in de kunstmarkt was en veel kunstschilders ander werk zochten. Op het hoogtepunt waren er in Nederland zo’n 17 werkplaatsen waar behang met de hand werd beschilderd. Je kunt wel zeggen dat dit de eerste massaproductie in Nederland was. In Amsterdam had bijna elk grachtenpand wel een kamer met beschilderde wandpanelen. Dat soort verhalen vinden we heerlijk.”
Kun je als opdrachtgever zelf bepalen wat er op je behang komt?
Jaap: “Vantevoren stemmen we alles tot in detail met elkaar af. We bespreken de familie, nemen planten mee die je uit het raam ziet en creëren zo samen een verhaal. Als eerste maken we een duidelijke tekening van de kamer met een grove opzet van wat we in gedachten hebben. We gebruiken daarbij min of meer dezelfde imponeertrucjes als vroeger. Zo maken we goed gebruik van perspectief en verdwijnpunten. Hierdoor wordt je oog net als vroeger van de ene hoek naar de andere geleid. Vaak zijn onze opdrachtgevers nog een beetje terughoudend in het begin, zeker als we zeggen dat ons werk alleen maar een achtergrond is waar nog meubels of schilderijen voor moeten komen. Dan horen we vaak: “Niet te veel blaadjes hoor, anders wordt het zo donker!” Maar achteraf begrijpen klanten het wel en hadden ze zelfs nog meer gewild. We steken veel tijd in het daadwerkelijke schilderen. We beginnen ruw en maken het werk dan steeds verfijnder. Dat kost echt dagen. Het laatste wat je dan wil is dat iemand er halverwege ons werk een plant of een giraffe bij wil. Dan zeggen we ook echt ‘nee’, hoor!”
Jullie lijken zo goed op elkaar ingespeeld! Hoe zijn jullie eigenlijk begonnen?
Jaap: “Ik heb een achtergrond als graficus en heb dus altijd wel een goed oog gehad voor detail. In mijn vrije tijd raakte ik geïnteresseerd in schilderkunst uit de 17eeeuw. Ik las dan biografieën van kunstenaars uit die tijd en vond het heerlijk om me te verdiepen in alle verborgen betekenissen die ze in hun werk stopten. Toen ik op een gegeven moment zelf ging schilderen, kwam ik erachter dat door heel goed te kijken zelf als snel bijna fotorealistisch kon schilderen.”
Marcelo: “Zelf kom ik uit Brazilië. Ik ben al op mijn 18enaar Lissabon vertrokken, waar ik in contact kwam met de interieurwereld. Een kennis tipte mij toen over de kunstacademie in Rotterdam en dus ben ik naar Nederland verhuisd.”
Jaap: “Toen ik Marcelo leerde kennen, had mij me meteen door. Hij kon als geen ander de verborgen symboliek in mijn werk begrijpen. In die tijd schilderde ik veel schelpen, onbewust eigenlijk. Marcelo zei op een gegeven moment wat ik niet zag: ‘Schelpen weigeren al miljoenen jaren te evolueren. En als het moeilijk wordt, dan kruipen ze weg!’ Dat was precies hoe ik me voelde in die tijd.
Marcelo: “In Nederland ging ik verder met interieurontwerp. Ik reisde van hot naar her en werkte zelfs nog met trend forecaster Lidewij Edelkoort. Dat was een hectische tijd, zeker omdat ik een echte perfectionist ben en alles tot in de puntjes wil regelen. Kort nadat Jaap en ik elkaar leerden kennen, kreeg ik een hartinfarct. Dat was een duidelijk signaal dat ik het rustiger aan moest gaan doen. Ik ging schilderen, wel veel kleurrijker en minimalistischer dan Jaap. Kunst werd mijn manier om te reïntegreren.”
En hoe zijn jullie gaan samenwerken?
Jaap: “We kwamen erachter dat we het heel fijn vonden om op papier te werken. Zo gingen we behang maken voor de etalage van Depot, de woonwinkel in de Pannekoekstraat. Eerst deed ik dat nog op de computer. Het bijzondere aan ons behang was dat er geen herhalend patroon in zat. Per slot van rekening hoeft dat ook niet meer met de grafische techniek van tegenwoordig. Soms zaten er wel 300 verschillende insecten in een behang. Ik zat zoveel tijd achter de computer, dat we ons op een gegeven moment afvroegen of we het niet beter zelf konden gaan schilderen. We zijn ook voor onszelf begonnen, per slot van rekening zijn wij degenen die ons werk het beste kunnen uitleggen.”
Hoe vullen jullie elkaar aan tijdens het werk?
Jaap: “Als ik mijn zin krijg, krijgt alles veel krullen en wordt het een beetje kitscherig. Zet mij in een rococo-interieur en ik word gek. Terwijl Marcelo juist tranen in zijn ogen kan krijgen van een mooie Rothko of een werk van Jan Schoonhoven.”
Marcelo: “Jaap zet vaak de dingen op en dan ga ik ermee verder. We kunnen ook weleens ruzie over de details hebben, hoor. Ik kan een echte mierenneuker zijn.”
Mooi hoe jullie samenwerken, maar is het niet een risico dat je té afhankelijk van elkaar wordt?Marcelo: “Ik kan zo weer doodvallen hoor. Nu maak ik een grapje, maar toch! Een paar jaar geleden is het wel bijna een tweede keer gebeurd. Ik kreeg een herseninfarct waardoor ik nu met beide ogen alleen maar de rechterhelft kan zien. Daardoor moest ik een nog duidelijker keuze maken over wat ik in het leven wil doen. Geen wilde feesten of drukte meer voor mij! Tijdens het schilderen is die halve blindheid niet erg, je bent sowieso geconcentreerd bezig. Wel moet ik nu van rechts naar links werken, anders ga ik ongemerkt met mijn hand over iets wat nog nat is. Per slot van rekening werken we met muurverf op waterbasis.”
Zouden jullie met al je ervaring niet volledige interieurs willen doen?
Marcelo: “Dat vragen mensen wel vaak aan ons. Maar wat we nu doen is genoeg. Dat is ook waar we op worden afgerekend. We hebben geleerd om bij onszelf te blijven. En dan is het niet erg als de dingen dan maar wat langer duren. Het is tóch al leuk wat we doen, denken we dan bij onszelf. Authenticiteit wordt altijd beloond.”
Aanstaande zondag zien we elkaar bij de Kunstnijverheid Salon. Wat laten jullie daar zien?
Jaap: “We hebben een werk gemaakt dat weer heel eens wat anders is dan wat we normaal gesproken doen. Er zitten boomvarens in en ook veel vlinders en insecten. Bij Kunstuitleen Rotterdam gaan we het werk in losse banen ophangen. Je kunt er ook tegen een redelijke prijs een reproductie van kopen.”
Zondag 30 september
Kunstnijverheid Salon
Aanvang: 15.00 uur (inloop vanaf 14.30 uur)
Tickets: 7,50 euro en voor leden gratis.