Kleurbom

Zij is ontwerper. Hij is beeldend kunstenaar. Samenwerken deden de sympathieke Masja van Deursen en Serge Game al een tijd, bij Studio Beige. Maar naast hun werk bij dit toonaangevende Rotterdamse bureau voor branding en visual identity is het koppel nu op artistiek vlak bezig aan een tweede gezamenlijk leven. Masja en Serge combineerden – hoe toepasselijk! – ieder hun eerste doopnaam en begonnen onder de naam Marie Bernard aan een kleurrijk artistiek project waarbij ze niet over één nacht ijs gingen. Speciaal voor Work Art | Play Art ging Patrick Kooiman op de koffie in de studio van Marie Bernard in Rotterdam-Noord. Het werd een fascinerend gesprek, dat niet alleen ging over de werken die Kunstuitleen Rotterdam van het duo aankocht, maar ook over…tussenruimtespookjes?

Tekst: Patrick Kooiman (Interiorator)

Voordat we het over Marie Bernard gaan hebben, kunnen we het eerst over jullie ‘eerste’ leven als Masja en Serge hebben?
Masja: “Serge en ik kennen elkaar al sinds eind jaren ’90, toen we samen studeerden aan de kunstacademie van Den Bosch. Al tijdens mijn studie kreeg ik een baan aangeboden in Rotterdam. Dat was heel spannend, want iedereen in die tijd ging juist naar Amsterdam.”
Serge: “Rotterdam was een rauwe, onaantrekkelijke stad waar je je best voor moest doen om van te houden. Maar dat vond ik prima. Je kon hier als kunstschilder voor weinig geld een atelier huren. En bovendien was ik veel te bang dat ik in Amsterdam ten prooi zou vallen aan alle verleidingen. Maar uiteindelijk bleek het hier in Rotterdam ook meer dan gezellig.”

Als ik hier zo om me heen kijk, ademt alles creativiteit. Zijn jullie daar ook in opgegroeid?
Serge: “Mijn ouders dachten altijd, waarom speelt die jongen niet vaker buiten? Maar ik kocht aan één stuk door blocnotejes van 75 cent bij de HEMA zodat ik kon blijven tekenen. Achteraf jammer dat ik er zo weinig van heb bewaard!”
Masja: “Mijn vader nam van zijn werk weleens restanten mee van Letra wrijfletters. Het is wel duidelijk dat daar mijn fascinatie voor typografie vandaan kwam. Ik was niet zo teruggetrokken als Serge. Mijn creativiteit schoot alle kanten op, ik was een gelukkig kind in die zin.”

Jullie werken al heel lang samen bij Studio Beige. Wat doen jullie daar?
Masja: “Voor mij was het al heel snel duidelijk dat ik een eigen ontwerpbureau zou starten. Het werd Studio Beige, opgericht in 2003 samen met zakenpartner Silvia Vergeer. Ons werk is heel breed. Zo kunnen we de branding voor een schoenenmerk bedenken, maar ook een serie verpakkingen voor een supermarkt of een boek voor een kunstenaar. Wat wij doen is veel meer dan ‘alleen maar’ een huisstijl bedenken. Alles begint met uitgebreid bespreken met waar een organisatie voor staat en wie de mensen erachter zijn. Om het maar even heel oneerbiedig te zeggen, geven wij er een smoel aan.”
Serge: “Ik werk voornamelijk als beeldend kunstenaar, maar zorg er daarnaast bij Studio Beige als officemanager voor dat alles goed georganiseerd verloopt. Dat moet ook wel als je zulke diverse opdrachten uitvoert.”

Dan ben ik wel benieuwd wat de rode draad is! Wat maakt dat opdrachtgevers naar Studio Beige komen als zij een nieuwe identiteit willen?
”Iedere stap in het creatieve proces wordt met de grootste zorg genomen. Als gevolg hiervan zijn de ontwerpoplossingen van Studio Beige vaak aantrekkelijk, effectief en laten ze een blijvende indruk achter.  Er is eigenlijk weinig ‘beige’ aan onze projecten.  Ze worden meestal gedefinieerd door sterke en heldere typografie en kleuren.”

Waar kwam de behoefte vandaan om naast zo’n drukke gezamenlijke carrière ook samen kunst te gaan maken?
Serge: “Masja en ik hebben samen door de jaren heen zoveel kunst gezien. We vinden het fijn om daar telkens ieder een eigen mening over te vormen en die samen op een goed onderbouwde manier met elkaar te bespreken. Zo weten we precies van elkaar hoe we denken. Dat constante wikken en wegen is een wezenlijk onderdeel van ons leven. Een paar jaar geleden dachten we, waarom doen we hier niet iets mee? We zijn heel simpel begonnen met schaar en papier. Wij zijn losse vormen gaan knippen, maar kozen er lange tijd voor ze niet op te plakken. In plaats daarvan schoven we alle losse stukken op ontelbaar verschillende manieren in en over elkaar. Maandenlang was het een complete bende – niet alleen in onze studio, maar ook thuis. We maakten veel foto’s van wat me maakten. Soms hadden we wel 30 variaties op hetzelfde werk. Al die chaos hadden we nodig om uiteindelijk een richting te bepalen. Zo’n lange periode van aftasten is een belangrijk deel van onze filosofie. Als je direct alles gaat uitvoeren wat je verzint, sla je een wezenlijke stap over. De dingen moeten juist organisch ontstaan. Pas op het laatst heb ik van enkele papieren variaties een vertaalslag naar houten werken gemaakt. Daardoor staat het nu heel stevig.”

Is het werk dat jullie samen maken anders dan wat je zelf als kunstenaar maakt?
Serge: “Ja, totaal. Mijn eigen tekeningen en schilderijen zijn groot en organisch. Ze zitten vol kleur en contrast en zijn op het cartoonesque af. Het is complex en gaat over veel lagen. Ons gezamenlijke werk is veel rechter, dat is meer de inbreng van Masja. Toch moet ik zeggen dat we er bewust veel imperfecties in hebben gestopt. Er zit bijvoorbeeld af en toe een tussenruimte in het werk. Daardoor vraag je je als kijker af, rammelt het nu wel of niet? En geloof me, we hebben daar goed over nagedacht.”

Als je een grafische achtergrond hebt, ben je dan niet allergisch voor alles wat rammelt?
Masja: “Ik was er wel een beetje huiverig voor, ja. Het liefst leg ik alles langs een lineaal. Maar ik wist daarnaast dat als ik mezelf weer de vrijheid van de imperfectie gaf, mijn eigen werk ook beter zou worden. Het kostte me wel moeite, hoor. Dan zei Serge, je moet niet alles zo gecentreerd doen. Het is veel interessanter als een vorm er een beetje afvalt. Vroeger was ik onzeker over dat soort dingen. Dan kon ik wel tien keer een layout veranderen. Maar nu ik ouder ben en meer ervaring heb, voel ik al heel snel aan wat voor een opdrachtgever gaat werken. In dat opzicht ben ik echt een gevoelsmens. Daardoor ontstaat er iets wat heel vanzelfsprekend en eenvoudig oogt – een statement zonder een ego. Dat vind ik bij het werk van Serge en mij ook. En tenslotte vond ik het ook wel prettig dat de dingen niet persé aan het eind van de dag klaar moesten zijn. Mislukken mocht ook weer, gewoon ouderwets op je bek gaan. Heel bevrijdend!”

Hoe gaat de stap van probeersels van papier naar een eindresultaat in hout?
Serge: “Van elke papiervariatie maak ik een foto. Ik ga alleen verder met de beste versie. Die print ik op A3-formaat. Vervolgens trek ik de vormen met behulp van carbonpapier over op dik papier. Die sajblonen knip ik uit en zet ik weer over op het hout. Dat lijkt omslachtig en dat is het ook. Maar ik doe het bewust, want overtrekken kun je nooit perfect. Er vallen gaten en kieren – Zwischenraumgespenster, zoals de Duitse kunstschilder Markus Lüpertz het noemt. Die ‘tussenruimtespookjes’ zorgen ervoor dat een werk spanning krijgt en gaat vibreren.”

Jullie werk heeft ook uitgesproken kleurcombinaties. Hoe komen die tot stand?
Serge: “Ik vind het razend moeilijk om de juiste kleuren te kiezen, maar ik ben er wel dol op. De kleuren van het papier negeer ik vaak, ik kijk meer naar de kleuren van de foto ervan op mijn beeldscherm. Dat is de basis. Als ik eenmaal heb bepaald dat het bijvoorbeeld roze, groen en blauw wordt, ga ik de kleuren op zo’n manier mengen dat er een onderlinge afstemming ontstaat. Pas daarna laat ik de foto op het beeldscherm los en voelt het alsof ik een schilderij maak. Voor het mengen gebruik ik maar weinig kleuren: Twee tinten blauw, één rood en vaak ook maar één geel. Zwart komt er bij mij niet in, ook niet in mijn eigen werk. Mijn overtuiging is dat je puur zwart uit een tube niet ‘leest’. Het wordt een gat dat al het licht wegzuigt. In plaats daarvan bouw ik het zwart op uit andere kleuren. Soms meng ik een heel donkerbruin groen of een donkerbruin blauw. Dat ziet je oog dan als zwart door de kleuren die ernaast liggen. Het is allemaal relatief. Het kostte me enorm veel moeite om het gevoel voor de juiste kleurverhoudingen onder de knie te krijgen. In mijn hoofd voelt het net alsof ik zo’n gigantisch mengpaneel in een muziekstudio bedien. Dat is ook wel het gevaar. Er zijn zoveel alternatieven, dat ik soms een beetje in mijn hoofd blijf hangen. Maar uiteindelijk hak ik vaak snel de knoop door. Met mijn jarenlange ervaring weet ik inmiddels wat goed werkt.”
Masja: “Kleur is ontzettend moeilijk. Je ziet het direct als mensen geen gevoel voor kleur hebben. Het is een beetje als uit de maat dansen. Kleur heeft ritme. Dat geldt ook voor mijn vak. Ik ga nog net niet met mijn Pantone-kleurenwaaier naar bed, maar ik ken hem wel uit mijn hoofd. Dan laat een opdrachtgever me een bepaalde tint oranje zien en dan zeg ik gelijk, oh dat is Pantone 165. Serge vindt het soms een beetje eng. Het is ook wel een tic.”

  

Nu heeft Kunstuitleen Rotterdam een paar van jullie werken aangekocht. Zijn jullie als kleurfanaten dan niet heel erg benieuwd hoe jullie werk er bij klanten thuis bij hangt straks?
Masja: “Daar heb ik nog helemaal niet over nagedacht. Volgens mij is het maar goed dat we er niet achter komen. Ik kan het me ons werk nu nog niet goed voorstellen tegen een andere achtergrondkleur dan het wit hier in de studio, maar wie weet. We kennen mensen die ons werk hebben gekocht en thuis opgehangen hebben tussen heel andere werken. Dat gaat van verfijnd tekenwerk tot fotografie. En ik moet zeggen dat het geheel er dan wel sprankelend uitziet. Ons werk verdraagt ander werk heel goed. Serge noemt het gekscherend weleens kunstbommetjes. Ik snap het wel, het zijn echte snoepjes om naar te kijken.”

Kunstuitleen Rotterdam heeft momenteel vijf werken van Marie Bernard in de collectie, waarvan inmiddels vier werken zijn uitgeleend.

Bekijk meer van Marie Bernard op hun Instagramaccount.

FacebookFacebook
instagraminstagram

Korte artikelen over kunstenaars uit onze collectie: