Onze collectie bestaat uit zo’n 8000 kunstwerken. De beschikbare kunstwerken kunnen op onze online catalogus en in de expo bekeken worden. Regelmatig lichten we een techniekgroep uit om wat meer verdieping aan het kunstkijken toe te voegen. Deze keer bekijken we de grafische kunst.
Henk de Looper, ‘Zonder Titel’, houtsnede op papier, 1992, 73 x 93 cm, € 6,- p/m, G95028
Reproductie
Grafische kunst – ook wel prentkunst of grafiek genoemd – is een medium waarmee in grotere getale kunstwerken geproduceerd kan worden. Dit in absolute tegenstelling tot andere kunsttechnieken zoals de schilderkunst, waar het juist gaat om het produceren van een eenmalig en daarmee uniek (en kostbaarder) werk. Het resultaat in de grafiek heet een afdruk en het aantal stuks dat gedrukt is, heet de oplage. De kunstenaar signeert alle afdrukken afzonderlijk en schrijft hiernaast de oplagehoeveelheid en het nummer van die specifieke afdruk. De meeste grafiek kan niet oneindig gereproduceerd worden, omdat het oppervlakte van de plaat bij elke druk een beetje slijt, de oplage ligt daardoor meestal tussen de 20 en 100 stuks. Over het algemeen geldt: hoe kleiner de oplage, hoe prijziger een afdruk is.
Muur vol grafische kunst in de expo ruimte
Verschillende soorten druktechnieken
In de beeldende kunst zijn een viertal soorten druktechnieken te onderscheiden: hoogdruk, diepdruk, doordruk en vlakdruk. De oudste druktechniek is de hoogdruk, hierbij worden de delen waar geen inkt op dient te komen, weggehaald. Denk bijvoorbeeld aan een stempel. Hout- en linosneden vallen ook in deze categorie. Een industrieel voorbeeld van hoogdruk is de klassieke boekdrukkunst.
De diepdruk werkt op een tegenovergestelde manier: de drukinkt ligt hier juist ín (de groeven van) een plaat. Het bekendste voorbeeld hiervan is de etstechniek, waarbij lijnen in een plaat gekrast worden. Deze lijnen worden in een zuurbad uitgebeten, zodat dit vervolgens de inkt goed vasthoudt, terwijl de rest van de plaat wordt bescherm door een laagje was.
Doordruk is een druktechniek waarbij de inkt door een opening gestreken wordt, voorbeelden hiervan zijn de zeefdruk en de stencilkunst.
Bij de vlakdruk ligt het af te drukken gedeelte op dezelfde hoogte als het deel dat leeg dient te blijven. Door een coating wordt hier het onderscheid in aangebracht. De lithografie (steendruk) is een vlakdruktechniek.
Er wordt bij vrijwel alle soorten grafische technieken tijdens het drukproces gebruik gemaakt van een pers. Deze pers houdt de plaat secuur op zijn plek, wat vooral belangrijk is als er meerdere lagen in verschillende kleuren inkt over elkaar heen worden gedrukt. Tevens wordt er met een pers druk uitgebracht zodat de afbeelding goed egaal overgebracht wordt op het papier of een andere drager. Een vreemde eend in de bijt onder de druktechnieken is de fotografie. Omdat dit medium met licht werkt in plaats van inkt – in een doka in plaats van op een drukpers – wordt het meestal als een opzichzelfstaande techniek beschouwd.
Daniël den Dikkenboer, ‘Landschap’, lithografie op papier, 1950, 60 x 75 cm, € 6,- p/m, B13015
Prentkunst door de eeuwen heen
De geboorte van de Europese prentkunst vond ergens in de 15e eeuw plaats, nadat een nieuw product uit China geïntroduceerd werd: papier. Prentkunst nam vervolgens in de Renaissance een gigantische vlucht en is sindsdien – in tal van hoedanigheden – niet meer weg te denken uit de kunstpraktijk. Rembrandt van Rijn (1606-1669) is een welbekende naam die graag etsen maakte. De Amerikaanse Mary Cassatt (1844-1926) vertegenwoordigde het impressionisme in onder andere de grafiek. M.C. Escher (1898-1972) maakte grafisch werk, met een wiskundige inslag. In de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw ervoer de prentkunst een opleving dankzij de Pop-Art. Deze kunstenaars zette de reproduceerbaarheid van de grafiek in om hun vraagtekens te zetten bij het consumentisme en de betekenis van kunst. Ondanks de digitale revolutie die zich eind 20ste eeuw voltrok en de mogelijkheid tot printen versimpelde, blijft het ambachtelijke grafische kunstprintproces ook populair onder hedendaagse kunstenaars.
Henriette Boerendans, ’20 juli 2004′, houtsnede op papier, 2005, 45 x 55 cm, € 4,- p/m, J2T016
> Een greep uit de kunstenaars van wie wij grafische kunst in de kunstuitleencollectie hebben
Woody van Amen (1936), Ondine de Kroon (1964), Klaas Gubbels (1934), Wouter van Riessen (1967), Kees Franse (1924-1982), Lily Corver (1955), Peter Bastiaanssen (1957), Antoinette Gispen (1921-2015), Cees Timmer (1903-1978), Stang Gubbels (1966), Marlene Dumas (1953), Daniël den Dikkenboer (1918-1979), Piet Roovers (1924-1997), Willem Oorebeek (1953), Wally Elenbaas (1912-2008), Arjan van Arendonk (1957), Henk de Looper (1931-1998), Jan Bezemer (1907-1997), Guus de Ruiter (1924-2000), Marco Douma (1965), Jelis van Dolderen (1954), Koen Vermeule (1965), Gust Romijn (1922-2010), Joost Minnigh (1942-2011), Daan van Golden (1936-2017), Jeroen Henneman (1942), Benno Randolfi (1934-2012), Andreas Schotel (1896-1984), Joop van ’t Hoenderdaal (1948), Koos Aarts (1931-1998), Leslie Gabriëlse (1940), Cornelis Kievit (1916-1966), Minne Smits (1963), René Daniëls (1950), Loréne Bourguignon (1957), Peer Veneman (1952), Paul Basart (1939), Henriette Boerendans (1966), Hans Wap (1943), Peter Breevoort (1965), Anton Vrede (1953), Koos van Vlijmen (1909-1989), Carel Blotkamp (1945), Gilbert Baars (1963)
Inez Smit, ‘Atlant’. zeefdruk op papier, 2000, 57 x 76 cm, € 4,- p/m, J4L003
> Waar nog meer te vinden
Museum De Reede te Antwerpen is een museum dat uitsluitend gewijd is aan grafiek. Naast een eigen collectie, organiseert het museum tijdelijke tentoonstellingen waar ook de focus ligt op onder andere lithografieën, etsen en houtdrukken.